Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]Het berouwt Mij, dat Ik Saul tot koning gemaakt heb, dewijl hij zich van achter Mij afgekeerd heeft, en [16]Mijn woorden niet bevestigd heeft. [17]Toen [18]ontstak Samuel, en [19]hij riep tot den HEERE den gansen nacht. 15. Dit is een menselijke manier van spreken. Zie de aantekeningen Gen.6:6, ook onder, vs.35. Zodat hiermede niet strijdt hetgeen onder, vs.29, gezegd wordt. 16. Dat is, hij heeft mijn bevelbij hem geen kracht laten vinden, dat hij het getrouwelijk zou uitgevoerd hebben. Vergelijk Deut.27:26. 17. Hij ontstak over Saul, omdat hij Gods bevel niet had uitgericht. 18. Te weten, met droefheid en toorn. 19. Samuel bad den Heere voor Saul, dat Hij hem van het koninkrijk niet verstoten zou, maar God heeft dit gebed van Samuel niet verhoord, gelijk af te nemen is onder, vs.23,26,28.